De afkorting EPC in EPC-berekening staat voor Energieprestatiecoëfficiënt. Deze mocht in de laatste periode (2015-2020) niet hoger zijn dan 0,40, conform het Bouwbesluit. Hoe lager de EPC, des te energiezuiniger de woning zou moeten zijn. Inderdaad je leest het goed… zou moeten zijn. Uit de praktijk is gebleken dat een lage EPC geen garantie is voor lagere energie- en/of onderhoudskosten (voor installaties). Sterker nog, bij een woning met een lagere EPC kunnen de kosten zelfs duurder uitvallen dan een woning met een hogere EPC. Het is uiteraard van belang dat dezelfde woningtypen vergeleken worden, bijvoorbeeld een tussenwoning of een twee-onder-een-kapwoning. Een tussenwoning is in de basis het meest energiezuinig, simpelweg omdat deze het kleinste verliesoppervlak heeft. Een tussenwoning grenst tenslotte met minder oppervlak aan de buitenlucht en grond. Ook is het van belang dat woningen van dezelfde grootte vergeleken worden.
Ik ga in dit artikel uit van de meest eerlijke vergelijking: twee exact dezelfde woningtypen (woning A + B), met exact dezelfde EPC-waarde. Het gebruikersgebonden verbruik blijft buiten beschouwing, omdat dit afhankelijk is van de bewoners. Waarom kunnen deze twee woningen verschillende energie- en/of onderhoudskosten hebben? Degene die de EPC-berekening maakte, kon vaak zelf de uitgangspunten voor de berekening bepalen, tenzij anders geïnstrueerd door de opdrachtgever of aannemer. Hieronder valt ook het woonenergieconcept. Het woonenergieconcept geeft aan hoe en waarmee een woning wordt:
Als de men bij de berekening voor woning A uitging van een warmtepomp en bij woning B van een gasgestookte ketel, dan zou dit leiden tot verschillende energie- en onderhoudskosten. Voor de berekening vulde men meerdere uitgangspunten in, maar het energieconcept en het gebruik van zonnepanelen hadden in verhouding de grootste impact op de EPC.
De EPC-berekening die destijds bij de vergunning werd ingediend, was bindend. Dit geldt overigens ook voor de BENG-berekening. Bindend wil zeggen dat een aannemer achteraf niet zomaar mocht afwijken van de uitgangspunten die in de berekening werden aangehouden. Te dure uitgangspunten of het niet leverbaar zijn van bepaalde producten waren vaak redenen om toch af te wijken van deze uitgangspunten. Afwijken kon alleen als de alternatieven niet zouden leidden tot een ongunstigere berekening. Dit is nog steeds van toepassing op de tegenwoordige BENG-berekening.
Er werd regelmatig afgeweken van de uitgangspunten, daardoor kunnen twee exact dezelfde woningen, met dezelfde EPC-waarde, toch verschillende kosten hebben. Het is niet eerlijk of reëel om het verschil alleen bij de aannemer neer te leggen. In de praktijk werd het ontwerp regelmatig aangepast, na indiening van de EPC-berekening. Op verzoek van de opdrachtgever werd gedurende het bouwproces bijvoorbeeld een extra badkamer, slaapkamer, airco of boiler toegevoegd, zonder dat de EPC-berekening hierop aangepast werd. Het resultaat is dat de woning minder zuinig is dan de EPC-berekening ons doet geloven en dat de woning hierdoor mogelijk niet meer aan de EPC-eis voldeed die het Bouwbesluit destijds stelde. Een ander voorbeeld voor verschillende kosten, is dat de woningeigenaar er inmiddels voor gekozen heeft om het woonenergieconcept aan te passen, bijvoorbeeld van een gasgestookte ketel naar een volledig elektrische warmtepomp of vice versa.
Er kon dus om verschillende redenen zijn afgeweken van de ingediende EPC-berekening. Ook is een lage EPC geen garantie voor voor lage energie- en/of onderhoudskosten. De onderhoudskosten zijn vaak een ondergeschoven kindje. Men is geneigd om alleen naar de energiebesparing te kijken. Als men echter de onderhoudskosten van bijvoorbeeld een luchtwarmtepomp in acht neemt, vallen deze een stuk hoger uit dan die van een gasgestookte ketel. Ik ben niet anti-warmtepomp, maar wil ik je behoeden voor te rooskleurige kostenbesparingen.
Met de BENG-berekening en de Wet kwaliteitsborging voor bouwen in het verschiet (deze wordt 1 januari 2022 van kracht), wordt het voor nieuwbouwwoningen een stuk moeilijker om af te wijken van het ingediende ontwerp (inclusief berekeningen). De kwaliteitsborger toetst of de gerealiseerde woning in overeenstemming is met het ingediende ontwerp.
Ga je een nieuwbouwwoning kopen, stel dan zeker de onderstaande vragen als wordt afgeweken van de BENG-berekening:
Kortom, heeft dit gevolgen voor de energie- en onderhoudskosten?
Onderstaand vind je een EPC-berekening met tekst en uitleg. Onderaan bij de ‘PDF viewer’ kun je door de PDF navigeren. De berekening dateert uit 2006, maar het principe is hetzelfde gebleven tot en met 2020. In 2006 was de EPC eis 0,80 (In de periode van 2015-2020 was de eis 0,40.). Zodra ik een BENG-berekening heb, zal ik deze plaatsen.
Om rechtsgeldige besluiten te nemen op de Algemene Ledenvergadering (ALV) moeten voldoende stemmen vertegenwoordigd zijn. In het splitsingsreglement (=onderdeel van de splitsingsakte) staat vermeld hoeveel stemmen minimaal benodigd zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Het aantal benodigde stemmen kan per situatie verschillen, zo zijn er bijvoorbeeld voor aanpassing van de splitsingsakte meer stemmen benodigd dan voor het goedkeuren van groot onderhoud.
De gehele woningvoorraad moet uiterlijk 2050 van het gas af zijn als het aan de overheid ligt. Deze doelstelling lijkt steeds minder haalbaar, zeker als je kijkt naar de hindernissen die woningeigenaren ondervinden in de vorm van extra kosten.
Ontvang periodiek inside informatie, mooie aanbiedingen en updates over nieuwe artikelen en actualiteiten.
Initiatief van: Workable concepts | KVK 54619351 | BTW NL001578219B06
Vestigingsadres: Forel 364, 3824 LJ, Amersfoort